Veel werknemers met lage inkomens kunnen het zich financieel moeilijk veroorloven om eerder te stoppen. Daarom is bij het Pensioenakkoord van 2019 de Regeling voor vervroegde uittreding (RVU) ingesteld. Daarmee kunnen werkgevers hun oudere werknemers fiscaal vriendelijk eerder met pensioen laten gaan. De huidige regeling eindigt op 31 december 2025. Over een permanente regeling is maandenlang onderhandeld. Op 18 oktober sloten de werkgevers en vakbonden (sociale partners) een akkoord.
De basis blijft hetzelfde als de RVU die er nu al is. Tot 36 maanden voor je AOW-leeftijd kan je vervroegd met pensioen gaan zonder de hoge RVU-boete. Maar alleen als het maandelijks bedrag van de werkgever hoogstens de bruto AOW-uitkering is. Dat fiscaal vrijgestelde bedrag kan de werkgever verhogen met 300 euro per maand voor mensen in ‘knellende situaties’. Wat dat zijn, en wie ervoor in aanmerking komt, bepalen bonden en werkgevers onderling per sector of bedrijfstak in de cao-onderhandelingen.
Er komt dus geen algemene lijst met ‘zware beroepen’ die altijd een RVU of extra uitkering zullen krijgen. Wel maken de onderhandelaars per cao een ‘onderbouwde afbakening’ van de doelgroep, gericht op 'belastende' functies en werkzaamheden gebaseerd op objectieve criteria. Hierbij gebruiken de sociale partners een door het ministerie van Sociale Zaken erkende derde partij ‘om de juistheid van de afbakening te objectiveren en te valideren’, staat te lezen in het onderhandelaarsakkoord.
De sociale partners hebben afgesproken dat ze de vinger aan de pols houden of er niet te veel mensen eerder stoppen met werken. Hiervoor hanteren ze een streefgetal. Jaarlijks niet meer dan 15.000 werknemers met vroegpensioen om een 'cultuur van vroegpensioen' te voorkomen. Elke drie jaar komt er een ‘ijkmoment’ waarop ze kijken of de uitstroom niet te groot is. Het eerste ijkmoment is in 2028. Zijn er meer mensen dan het streefcijfer vervroegd met pensioen gegaan, dan volgt overleg.
Ook is onderdeel van het akkoord dat kabinet en sociale partners verder gaan met uitwerken van maatregelen die bevorderen dat werknemers veilig en gezond hun pensioen halen. Denk aan verbeteren van arbeidsomstandigheden, optimaliseren van verlofsparen en meer mogelijkheden om eerder te kunnen overstappen naar ander werk, of lichter werk. Daarvoor komt uiterlijk in mei 2025 een plan van aanpak met onder meer:
De sociale partners gebruiken daarbij de ervaringen met de subsidieregeling Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU), en andere resterende middelen duurzame inzetbaarheid uit Pensioenakkoord.
Volgens minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ligt er een breed pakket aan afspraken, die zowel oplossingen bieden aan mensen die niet gezond kunnen doorwerken tot hun pensioen maar ook voor de vergrijzing en arbeidsmarktkrapte. ‘Door aan de ene kant een stevige agenda uit te werken voor gezond langer doorwerken en anderzijds ruimte te bieden voor eerder uittreden, maar dan wel beter gericht.’
De FNV reageert verheugd op het akkoord. ‘Er is een nieuwe permanente regeling voor mensen met zware beroepen. Dat is wat we wilden.’ Onderhandelaar John Rietman van de FNV denkt dat minder mensen gebruik kunnen maken van deze vroegpensioenregeling omdat de regeling meer is toegespitst op zware beroepen. ‘Ik denk dat bijvoorbeeld meer schoonmakers en bouwvakkers er gebruik van gaan maken dan voorheen.’
Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW toonde zich in een radio-interview ook hoopvol. ‘Iedere Nederlander is het erover eens dat we het mensen die echt zwaar werk doen en dat lang doen, gunnen dat ze met vroegpensioen kunnen. En tegelijkertijd snapt ook iedereen, dat we ons geen nieuwe VUT-cultuur kunnen veroorloven als land.’ Maar Thijssen beaamt dat ook van werkgevers verwacht mag worden dat zij werken aan zware beroepen en zwaar werk lichter maken. ‘Of bijvoorbeeld mensen eerder begeleiden naar een functie met minder zwaar werk.’
Enkele economen hebben forse kritiek geuit op het akkoord. Ze noemen de afspraken boterzacht, vaag en vrijblijvend. De kritiek richt zich vooral op de ‘gecontroleerde afbakening’ van de doelgroep die drie jaar eerder met pensioen kan en de mensen die 300 euro per maand extra mee kunnen krijgen. Ze willen een scherpere afbakening van de mensen met zware beroepen, en van de 'signaalwaarde'. Ook moeten de afspraken voor duurzame inzetbaarheid concreter en dwingender, vinden ze.
De gegevens in dit dossier zijn ontleend aan tientallen doorgaans zeer betrouwbare bronnen. Toch kan Earnest geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele onjuistheden, of gevolgschades die hieruit kunnen ontstaan. Deze informatie verandert vaak, en veel. Daarom is alleen de online-versie van dit dossier actueel.